Na zes weken radiostilte wordt het tijd voor een nieuw verhaal, de maand augustus was enerverend en vloog zo snel voorbij dat het schrijven er bij ingeschoten is. Ik beloof niks, maar ga wel proberen om weer regelmatig een blog te plaatsen over de gebeurtenissen in het dagelijks leven. In augustus heb ik twee banen gecombineerd: door de week het werk in de kinderopvang en in het weekend het meehelpen op de camping. Het is verbazingwekkend hoeveel nieuwe dingen je kan leren op een dag en hoe het geheugen van een 50-plusser aan het werk moet als je ergens in het diepe wordt gegooid. Zwetend maak ik alle bedden op in een bloedhete safari-lodge, beantwoord ondertussen de telefoon afwisselend in het Nederlands, Duits en Engels terwijl de volgende gasten al bij de receptie staan te wachten om in te checken. Wist je trouwens dat een tweeling of drieling vaak tegelijkertijd hun grote boodschap in de luier doet en dat dit dan dezelfde geur, kleur en substantie heeft? Misschien wel een interessant item voor een onderzoek! In ieder geval ben ik heerlijk bezig geweest in augustus en was het fijn dat daarna de vakantie ging beginnen.
Het verslag van twee weken Engeland: op 1 september fietsen we naar Hoek van Holland en nemen daar de nachtboot naar Harwich om zo te starten met een tocht door het zuidoosten van Engeland. Na een nachtje schommelen op de boot word ik al vroeg wakker in de hut en ben blij dat we meteen kunnen ontbijten met de eigengemaakte pannenkoeken en een kopje thee. Het massavermaak op de Stena Line is aan mij niet besteed, eten en drinken neem ik zelf mee zodat we niet in de rij hoeven staan bij een ontbijtbuffet met (te dure) slappe croissants en andere gruwelijkheden. Van de boot af met de fiets gaat goed en daarna is het de hele tijd opletten om aan de linkerkant van de weg te blijven rijden. Vooral bij een rotonde of een kruising sta je steeds de verkeerde kant op te kijken en het gebeurde vandaag een paar keer dat ik een auto recht op me af zag komen. We moeten er nog een beetje inkomen en ook het zoeken naar een plaats om te overnachten is deze eerste dag een uitdaging. De eerste camping na 72 km fietsen is vol, de tweede kunnen we niet vinden en ook nummer drie is niet op het aangegeven adres. Uiteindelijk vinden we na 87 kilometer een plaats die ze hier camping noemen, wij zouden zeggen een grasveld met een hek erom heen. Er is één Dixie, die na een voorzichtig onderzoek gelukkig wel een echte doortrek wc blijkt te hebben, een kraan en een vuilnisbak, that’s it. Deze overnachting kost ook nog 20 pond (ruim 23 euro), vooraf online te betalen, daarna krijg je de code van het hek en kun je zelf een plekje uitzoeken. Ik gebruik mijn zakdoek als waslap zodat de schone slaapzak niet meteen gaat stinken van het zweet en na een lekkere zelfgemaakte maaltijd vallen we tevreden in slaap. Op zondag fietsen we door naar Londen, het is klam en bewolkt en later op de dag lekker zonnig, heuvel op is het best pittig en daarom ben ik blij dat we vandaag maar 70 km hoeven te gaan naar de volgende camping in Abbeywood. We zijn dan al in Londen en als we Abbey Road passeren vind ik het toch erg leuk om daar het zebrapad over te steken met de fiets aan de hand en een foto te maken, je weet wel, van die elpee hoes van de Beatles.
Op maandag rijden we door het centrum en dat is een hele belevenis! In de buitenwijken kunnen we nog rustig rijden en zie ik regelmatig vrouwen met een burka lopen, dit fascineert me enorm. Vooral als er een man naast loopt met een spijkerbroek en strak T-shirt en soms zelfs in korte broek. Dit rijmt toch werkelijk niet, ik blijf er kilometers lang over nadenken en als we later in een boekwinkel in Oxford zijn koop ik daar het boek van een Afghaanse vrouw waarin zij haar verhaal vertelt met op de omslag een vrouw in burka. Ik zal er later meer over vertellen, in ieder geval inspireert het me om als we thuis zijn weer verder te gaan met mijn boek over vrouwen en spiritualiteit. Nu is het zaak dat ik bij de les blijf want op de fiets door hartje Londen sta ik regelmatig doodsangsten uit en probeer ondertussen ook nog iets mee te pakken van de omgeving. We rijden langs de Theems en moeten kilometers ver om naar de voetgangerstunnel waarmee we uiteindelijk aan de andere kant van de stad kunnen komen. We rijden langs het paleis van Diana, met allemaal foto’s en teksten op het hek, verder over de beroemde bruggen en langs de Big Ben. Arjen heeft flink de vaart erin en ik kan hem met moeite afremmen om af en toe snel een foto te maken. Stoepen, hobbels, stoplichten, kuilen in de straat, toeterend verkeer van alle kanten en een achtervolging door een goudkleurige riksja, het lijkt India wel. Als we Londen uit zijn en onderweg naar de camping in Wokingham krijgen we de grootste uitdaging van de dag, allebei de telefoons zijn leeg! Door het gebrek aan stopcontacten op de campings en omdat we maar één reisstekker hebben die in een Engels stopcontact past moeten we zuinig zijn met de batterij. Helaas ontdekken we dat te laat en staan we midden in een klein plaatsje zonder navigatie, je bent in 2023 nergens meer zonder mobiele telefoon. We vragen een paar keer aan voorbijgangers de weg (net als vroeger), maar hun uitleg over de route naar onze camping varieert van linksaf tot nee, echt rechtdoor, tot rechtsaf bij de hoek en dan nog eens vragen, dus het schiet niet echt op. We hebben wel een oplaadblokje bij ons, maar hebben het juiste snoertje daarvoor thuis laten liggen en het begint al een beetje donker te worden…Arjen heeft een goed idee: ik zeg niks als hij met een kniptang twee snoertjes kapot knipt en ook niet als hij daarna beduusd staat te kijken hoe de binnenkant van deze snoertjes eruit zien en dat het toch niet zo eenvoudig was als het leek om daar weer één nieuw snoer van te maken. We vragen nog een keer de weg aan een jong stel en ja hoor, zij weten de route naar de camping. We komen er in het donker aan, zetten snel de tent op, maken wat te eten klaar en koken daarna water voor thee. Tevreden zitten we naast het vuurtje totdat de spiritusbrander wel heel hard begint te stinken en er ook vlammen uit de tuit van de ketel komen. In het donker heeft Arjen de spiritusfles aangezien voor de waterfles en zijn we nu spiritus aan het koken. Gelukkig kunnen we de ketel en het brandende gras snel blussen en liggen we na de afwas en het douchen uitgeteld in de tent, wat ben ik moe!
De volgende morgen zitten we voor 9 uur al weer op de fiets, je kan het niet echt vakantie noemen. Maar het is voor een goed doel want om 12 uur hebben we een afspraak voor een rondleiding op Mount Vernon, het centrum van Dr. Bach, waar de originele bloesemremedies vandaan komen. Aangezien dit een item is van mijn bucketlist neem ik maar genoegen met deze korte nacht en de veel te zware tocht met veel klimwerk in de hete zon. Uiteindelijk komen we er hijgend aan om kwart over 12 maar dat geeft niks want je mag er gewoon zelf rondkijken. Het huis is ingericht als museum en op het gemakje kijken we rond, de tuinen zijn niet zo indrukwekkend als in mijn gedachten maar de sfeer is er goed en ik kom eindelijk een beetje tot rust. We nemen de tijd voor een kopje thee met een zelfgemaakte flapjack en informeren naar de foto’s van de bachbloesems die ik graag zou willen gebruiken voor het meditatieboek dat ik aan het schrijven ben. Zo vallen alle puzzelstukjes weer wat meer in elkaar en weet ik dat we niet voor niks op deze plek zijn geweest. Als we weer op de fiets stappen is het inmiddels ruim 30 graden, we halen boodschappen en rijden door naar een camping bij de rivier waar we twee nachten blijven om lekker te kunnen uitrusten. Meer over deze reis lees je in het volgende blog………